In een Arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen van 2 september 2015, dat werd gepubliceerd in het Nieuw Juridisch Weekblad van 18 januari 2017, werd gewezen op het belang van een ingebrekestelling als voorwaarde voor het bekomen van een ontbinding van een overeenkomst bij een contractuele wanprestatie. (Antwerpen, 2 september 2015, NjW 2017, 30.)
In deze uitspraak verwijst het Hof van Beroep te Antwerpen uitdrukkelijk naar art. 1146 B.W. dat van toepassing is op contractuele relaties en waarin wordt gestipuleerd dat een schadevergoeding maar verschuldigd is wanneer de schuldenaar in gebreke is zijn verbintenissen na te komen, behalve indien hetgeen de schuldenaar zich verbonden heeft te geven of te doen, niet kon gegeven of gedaan worden dan binnen een bepaalde tijd, die hij heeft laten voorbijgaan.
Deze ingebrekestelling dient op haar beurt te gebeuren door een aanmaning of een andere daarmee gelijkgestelde akte, hetzij door de overeenkomst zelf, wanneer deze bepaalt dat de schuldenaar in gebreke zal zijn zonder dat enige akte nodig is en door het enkel verschijnen van de vervaltijd. (art. 1139 B.W.)
Wanneer u bijgevolg wordt geconfronteerd met een medecontractant die zijn verbintenissen niet nakomt, dient u vooraleer een schadevergoeding te eisen, al dan niet gecombineerd met een vordering tot ontbinding van deze overeenkomt, over te gaan tot ingebrekestelling van deze medecontractant.
U moet uw medecontract tevens de mogelijkheid bieden om zich naar behoren van zijn verplichtingen te kwijten. M.a.w. dient aan uw schuldenaar de mogelijkheid te worden geboden om zijn contractuele fout recht te zetten binnen een redelijke termijn.
De sanctie op de niet naleving van deze verplichting, is dat de medecontractant-schuldenaar niet in gebreke is zijn verbintenis na te komen en u dus in principe geen ontbinding van een overeenkomst of schadevergoeding kan bekomen.
De schuldenaar die niet vrijwillig zijn verbintenissen uitvoert is dus niet automatisch in gebreke, want hij mag er van uit gaan dat de schuldeiser hem de tijd wil bieden om de overeenkomst alsnog uit te voeren.
Ten slotte moet worden benadrukt dat de ingebrekestelling ook voor het eerst in een dagvaarding kan geschieden en dat de omstandigheid dat de schuldenaar na de dagvaarding zich alsnog van zijn verbintenissen kwijt, geen beletsel is voor de rechtbank om alsnog de ontbinding van de betrokken overeenkomst uit te spreken.
Voor meer informatie over dit onderwerp kan u altijd contact opnemen.